Begeleiding

Begeleiding in het voortgezet onderwijs

In het voortgezet onderwijs kennen wij vele vormen van begeleiding, die op de vo- scholen niet altijd dezelfde naam hebben maar vaak wel een soortgelijke begeleiding betekenen. Als ouder de taak om te zoeken naar de school die het beste bij uw kind past, niet alleen qua nievau maar ook op basis van de begeleiding en ondersteuning die de school aanbiedt.

Ouderbetrokkenheid

Kinderen presteren beter als ouders betrokken zijn bij het welbevinden van hun kind. Het contact met de school voor voortgezet onderwijs zal voor veel ouders minder zijn dan ze gewend waren in het basisonderwijs. Leerlingen worden ouder en zelfstandiger en onderhouden ook meer zelfstandig de contacten met docenten. De afstand tussen school en ouders is daarom meestal wat groter en zakelijker. Het is belangrijk om als ouder een goed en regelmatig contact te onderhouden met de school. 

Op veel scholen heeft een klas een mentor/ klassenleraar of coach. Hij/zij is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. De klas heeft minstens een maal per week een mentoruur. 

De mentor geeft zelf meerdere uren per week les aan de klas.

De mentor houdt onder andere de resultaten van de leerlingen in de gaten en bespreekt deze met hen.

De mentor is tevens het eerste aanspreekpunt voor ouders.

In de bovenbouw kennen veel scholen ook de coach ipv de mentor. 

De coach staat naast de leerling en ondersteunt hem of haar bij het begrijpen van situaties op school. De onderwijscoach maakt daarnaast de vertaalslag naar de docenten, zodat zij de leerling beter begrijpen. Ook de ouders worden betrokken.

De taak van de schooldecaan is het adviseren van leerlingen en hun ouders bij het kiezen van een onderwijssoort, vakkenpakket, profiel, sector, vervolgopleiding of beroep.

De intern begeleider (IB'er) is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg en heeft coördinerende en begeleidende taken. Hij/zij helpt leerkrachten en ouders met hulpvragen over kinderen. Hij/zij voert ook gesprekken met ouders en leerkracht over het kind.

Verschillende Systemen

Vanuit de basisschool zijn ouders gewend om met Parro of SocialSchools te werken. In het voortgezet onderwijs wordt gewerkt met Som of Magister. In beide systemen kunnen zowel mails ontvangen worden maar ook kunnen onder anderen de cijfers, de agenda en de absentie worden bekeken.

Cijfers en rapporten

Op de meeste scholen voor voortgezet onderwijs krijgen de leerlingen drie à vier keer per jaar een rapport. Sommige scholen geven ook nog zogenaamde tussenrapporten, zodat u ongeveer om de zes werken kunt zien wat de vorderingen zijn. Naast cijfers worden vaak ook werkhoudingcijfers gegeven. De rapportcijfers zijn meestal gebaseerd op cijfers behaald bij grote proefwerken en kleine overhoringen. Scholen hebben daar allemaal hun eigen systeem voor, maar in de grote lijnen gaat het om de gecombineerde resultaten van:

• schriftelijke en mondelinge overhoringen van huiswerk;

• schriftelijke proefwerken

• beoordelingen van werkstukken;

• vaardigheidstoetsen.